Stichting Ruggensteuntje Indonesië

Scholing van kinderen

Ondanks het feit dat er leerplicht is in Indonesië, kunnen veel kinderen niet naar school. Er is namelijk geld nodig voor de verplichte schooluniformen, voor het inschrijfgeld van school, voor schoenen en schoolmaterialen en voor internetbundels in verband met online lessen. Tijdens de coronatijd zijn online lessen noodzakelijk, omdat de scholen gesloten zijn. Deze lessen zijn jammer genoeg niet voor ieder schoolkind te volgen.
In de loop der jaren hebben veel kinderen door een ruggensteuntje een schoolopleiding kunnen volgen en afronden. Een aantal van hen heeft inmiddels een baan en ondersteunt nu op hun beurt familie en/of broertjes en zusjes. 

Voor de actuele ontwikkelingen en activiteiten verwijzen wij u graag naar de nieuwsbrief.

JAVA

Toekomstperspectief
Samen met onze contactpersoon bezoeken twee bestuursleden (op eigen kosten) jaarlijks in Klaten en Solo de schoolkinderen, die met steun van SRI naar school kunnen. In 2022 zijn dit 33 kinderen. Het zijn kinderen uit eennoudergezinnen, of zonder ouders en bij de grootouders wonend, kinderen waarvan de ouders ziek zijn of zonder werk. De kinderen gaan naar de lagere school, middelbare (beroeps-) opleiding en enkele gaan naar de universiteit.
Tijdens onze jaarlijkse ontmoeting praten we door over hun toekomstdromen, over wat ze willen worden. Dat varieert sterk: van accountant en automonteur tot juf en dierenarts. Het is mooi hen jaarlijks te ontmoeten, hun enthousiaste verhalen over school te horen en te zien dat ze goede resultaten boeken. Bij één van onze bezoeken kregen we in Klaten een mooi versierde, geschreven brief en een vrolijke kaart als een ‘dankjewel’  aan SRI. In Solo kregen we een zelfgemaakte gebatikte lap stof met de tekst ‘Matur Nuwun SRI’, wat Javaans is voor ‘dank u wel’. Eén van de jongens, die prachtig kan tekenen, had speciaal voor de mensen in Nederland vijf tekeningen gemaakt. Eén daarvan ziet u op deze pagina.

Soms gebeurt het dat onze contactpersoon midden in het schooljaar vraagt om steun voor een schoolkind, omdat een ouder is overleden en daardoor dit kind zijn/haar schoolopleiding niet zou kunnen afmaken. Meestal lukt het deze steun te bieden.
Inmiddels hebben al veel kinderen hun opleiding afgemaakt en werk gevonden. Sommigen nemen dan de zorg voor scholing op zich voor hun jongere broertje en/of zusje, omdat ze zelf hebben ervaren hoe het is om een ruggensteuntje te krijgen. Onze contactpersonen dragen ons dan namen van andere kinderen voor die een steuntje nodig hebben.


BALI

Schoolrapporten en communicatie
Op Bali bezoeken we jaarlijks onze contactpersonen en spreken we een aantal kinderen die met een ruggensteuntje naar school gaan. Het is heel goed te merken dat de kinderen blij zijn met de steun, zodat ze verder kunnen op school; ze doen er ook erg hun best voor.
Dat de communicatie buiten toedoen van ons en onze contactpersonen kan mislopen, bleek toen we enkele jaren geleden op bezoek waren bij één van hen. We hadden duidelijk afgesproken dat we afschriften van rapporten van de kinderen wilden zien, en omdat er geen email contacten zijn zouden we deze per post toegestuurd krijgen. We waren nog niet binnen in zijn huisje of hij haalde een grote en aan Janny geadresseerde envelop tevoorschijn met daarin de afschriften van een aantal schoolrapporten. Deze envelop was volgens de afspraak naar Nederland gestuurd, maar kwam 2 maanden later als onbestelbaar terug in Indonesië. En dat alleen omdat de postcode niet volledig was, terwijl het adres compleet was opgeschreven en zelfs Janny’s telefoonnummer.

Kansen bieden
Een van de meest ontroerende verhalen is voor ons het verhaal van het meisje op Bali, dat dankzij een financieel ruggensteuntje de lagere school heeft gevolgd, evenals de middelbare school. Zij had zeker de capaciteiten om een academische opleiding te volgen – het allerliefste wilde ze namelijk arts worden. Ze koos echter na de SMP voor de SMK, dus niet het vwo maar de beroepsopleiding. ‘Want,’ zei ze, ‘de studie duurt zo lang en dan neemt het teveel tijd voordat ik een baan kan vinden. Ik wil graag mijn ouders financieel steunen en zorgen dat mijn broertje straks ook naar de middelbare school kan.’ Toen wij hen na haar examen bezochten, was ze heel trots op het feit dat ze haar diploma had gehaald en direct een goede baan had gevonden. Èn zei ze blij: ‘Ik kan nu ook zorgen voor mijn broertje, dan kunnen jullie weer andere kinderen een steuntje in de rug geven.’
Ze is inmiddels volwassen, getrouwd en heeft een dochtertje. Ze woont met haar man en dochtertje bij haar ouders, zodat ze kan blijven werken. Zo zorgt ze ervoor dat haar jongere broer zijn school kan afmaken en haar dochtertje straks naar school kan gaan. ‘Maar,’  zei ze, ‘wij zouden het fijn vinden als jullie ook de komende jaren willen blijven komen. Want dan kunnen we praten en horen hoe het in Nederland is.’